Welkom in de wildernis in Terelj Nationaal Park

13.10.2013
Ik ben net iets voor de wekker wakker rond 05.00uur. Buiten is het nog helemaal donker. Dapper trotseer ik het ranzige toilet, fris mezelf op en ga ik koffie zetten en wat noodles eten.
Om 06.30 komen we aan in Ulaan Bator en de wereld is echt verstopt onder een laag wit.
Zoals afgesproken staat er een mannetje op het station die de treintickets voor het traject UB naar Beijing. Daarna lopen we de reisleider tegen het lijf die ons naar het Terelj Nationaal park brengt. Onderweg is er nog een onverwachte stop voor het ontbijt bij een groot hotel wat werkelijk heerlijk is.
Na ruim 1.5 uur in de auto komen we aan in het resort en kijken we onze ogen uit want het is hier schitterend volop zon, bergen en sneeuw. Als de zon verdwijnt is het ook echt direct behoorlijk koud.
We ontmoeten een groepje Nederlanders waar we mee optrekken tijdens ons verblijf hier en delen onze Ger tent met Linda.
De Ger tent is lekker warm dankzij de houtkachel die er staat.
Om 13uur hebben we een warme lunch (ik hou van 2 x warm eten) en hierna gaan we de hort op met de paarden. Ik, Robin en de gids.
We rijden ruim 2 uur door de mooie omgeving het is wit aan de ene kant van de weg aan de andere kant is het groen. Het landschap is ruig en vol rotsen, heuvels en beekjes.
We stoppen bij een rots waar de vorm van een olifant is uitgesleten en de grot van 100 monniken waar we ook in klimmen.
Onze gids heeft net zijn middelbare school afgerond en begint in november aan de universiteit en om wat te verdienen werkt hij op het resort. Hij verteld over de omgeving en wat over de paarden en het is volop genieten.
Hij legt uit dat er voornamelijk boeddhisme is in Mongolië maar ook sjamanisme. Dat de meeste mensen in UB wonen (nu dus al ruim 80%) en dat dit elk jaar meer word.
Na een mooie rit met een flink galopje (je zegt: tsjoe dan gaan ze harder) komen we terug in het resort en hebben we tijd om wat te relaxen tot het eten.
Na het eten blijven we gezellig nog een paar uurtjes na tafelen met de Nederlanders en drinken we een biertje of 2. Je leert iedereen wat kennen en echt iedereen is anders wat het zo leuk maakt.
Na een stukje lopen zijn we terug in de tent en maken we ons klaar voor de nacht. Tandenpoetsen spuug je buiten lekker uit (niet op het trapje voor dat kan glad worden) want de wc en wastafels zijn in het hoofdgebouw.
Rond 2 uur word ik wakker om 2 redenen 1 het is koud dus gooi ik hout op de kachel en 2 ik moet plassen.
Daar zit je dan op je hurken aan de zijkant van de tent midden in de nacht, in het donker, in de stilte, in de doodse stilte terwijl boven mij een schitterende sterrenhemel aanwezig is.